leg

leg
n. voet; been; gedeelte (bij een wedstrijd); meeteenheid bij vliegen
--------
v. benen, vlug lopen; zich het vuur uit de sloffen lopen
leg1
[ leg] , 〈in betekenis ook〉 leg side 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉
I 〈telbaar zelfstandig naamwoord〉
been 〈van mens〉〈in het bijzonder〉 onderbeen; 〈bij uitbreiding〉 kunstbeen
poot 〈van dier〉〈in het bijzonder〉 achterpoot
beengedeelte van kledingstukbeen 〈van kous〉; (broeks)pijp
poot 〈van meubel e.d.〉
〈benaming voor〉gedeelte (van groter geheel)etappe 〈van reis, wedstrijd e.d.〉; estafetteonderdeel; manche 〈van wedstrijd〉
〈cricket〉helft van het veld 〈aan de erkant van een rechtshandige batsman (en omgekeerd)〉
voorbeelden:
1   wooden leg houten been
feel/find one's legs leren staan; leren lopen
     get someone back on his legs iemand er weer bovenop helpen
     give someone a leg up iemand een voetje geven; 〈figuurlijk〉iemand een handje helpen
     keep one's legs zich staande houden
     pull someone's leg iemand voor de gek houden
     run someone off his legs iemand geen seconde met rust laten; iemand uitputten
     shake a leg opschieten
     not have a leg to stand on geen poot hebben om op te staan
     stand on one's own legs op eigen benen staan
     stretch one's legs de benen strekken 〈door een wandeling〉
     take to one's legs zich uit de voeten maken
     walk one's legs off zich het vuur uit de sloffen lopen
     walk someone off his legs iemand laten lopen tot hij erbij neervalt
     be all legs uit zijn krachten gegroeid zijn
     off one's legs zijn gemak ervan nemend
     be (up) on one's legs op de been zijn
→ bestbest/, hindhind/, lastlast/
II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉 〈culinaria〉
poot 〈in het bijzonder van gevogelte〉
bout 〈in het bijzonder van kalf/lam/schaap〉
schenkel
voorbeelden:
2   leg of mutton schapenbout
3   leg of veal kalfsschenkel
III 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉 〈cricket〉
veldhelft aan erzijde van rechtshandige batsman (en omgekeerd)
voorbeelden:
leg before wicket uit wegens obstructie van wicket 〈met ander lichaamsdeel dan hand〉
————————
leg2
〈werkwoord; legged〉
voorbeelden:
leg it de benen nemen, ervandoor gaan; te voet gaan

English-Dutch dictionary. 2013.

Игры ⚽ Поможем сделать НИР

Look at other dictionaries:

  • Leg — (l[e^]g), n. [Icel. leggr; akin to Dan. l[ae]g calf of the leg, Sw. l[ a]gg.] 1. A limb or member of an animal used for supporting the body, and in running, climbing, and swimming; esp., that part of the limb between the knee and foot. [1913… …   The Collaborative International Dictionary of English

  • leg — [leg] n. [ME < ON leggr, a leg, limb < IE base * lek , limb > L lacertus, muscle, lacerta, lizard] 1. one of the parts of the body by means of which animals stand and walk, specif., in human beings, a) one of the lower limbs b) Anat. the …   English World dictionary

  • leg — ► NOUN 1) each of the limbs on which a person or animal moves and stands. 2) a long, thin support or prop, especially of a chair or table. 3) a section of a journey, process, or race. 4) (in sport) each of two or more games or stages constituting …   English terms dictionary

  • leg*/*/*/ — [leg] noun [C] 1) one of the parts of a person s or animal s body to which the feet are attached an exercise to strengthen the leg muscles[/ex] She sat down and crossed her legs.[/ex] 2) the part of a piece of clothing that covers one of your… …   Dictionary for writing and speaking English

  • legʷh- —     legʷh     English meaning: light (adj.)     Deutsche Übersetzung: “leicht in Bewegung and Gewicht”, verbal ‘sich leicht, flink bewegen”     Note: nasalized lengʷh     Material: 1. O.Ind. laghu , ved. raghu “rash, hasty, light, small”, compar …   Proto-Indo-European etymological dictionary

  • Leg — * Lêg, er, este, oder Lêge, r, ste, adj. et adv. welches nur in einigen gemeinen Mundarten üblich ist, wo es eigentlich niedrig bedeutet, in welchem Verstande es vorzüglich im Niederdeutschen vorkommt. Das Wasser ist leg, niedrig. Leges Wasser… …   Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart

  • leg-1 —     leg 1     English meaning: to drip, ooze, flow out     Deutsche Übersetzung: “tröpfeln, sickern, zergehen”     Material: Arm. lič ‘swamp, marsh” (*lēgi̯ ü); O.Ir. legaim “löse mich auf, zergehe, schmelze”, fo llega “(die ink) running from”,… …   Proto-Indo-European etymological dictionary

  • leĝ- —     leĝ     English meaning: to gather     Deutsche Übersetzung: “zusammenlesen, sammeln”     Material: Gk. λέγω ‘sammle, lese together, zähle, rede, say”, καταλέγω “verzeichne”, συλλογή ‘sammlung”, ἐκλογή “Auswahl”, λόγος, λέξις “ discourse “,… …   Proto-Indo-European etymological dictionary

  • Leg — (l[e^]g), v. t. To use as a leg, with it as object: (a) To bow. [Obs.] (b) To run. [Low] [1913 Webster] …   The Collaborative International Dictionary of English

  • leg. — leg. 〈Abk. für ital.〉 legato * * * leg. = ↑ legato. * * * leg. = legato …   Universal-Lexikon

  • leg-up — leg ,up noun singular 1. ) INFORMAL if you give someone a leg up, you help them to make progress, especially in their career 2. ) if you give someone a leg up, you help them climb something by letting them put their foot in your hands and then… …   Usage of the words and phrases in modern English

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”